Stuart Sutcliffe

.

Sutcliffe was schilder en een goede vriend van John Lennon. Toen hij in 1959 een schilderij verkocht voor 65 Engelse Pond werd hij door Lennon overtuigd dit geld te gebruiken voor de aanschaf van een basgitaar, zodat hij bij Lennons band kon komen spelen. Sutcliffe bleek geen getalenteerd bassist, tot ongenoegen van vooral Paul McCartney.

Sutcliffe werd lid van de band. Na één van de optredens (in Litherland Town Hall in Liverpool) kreeg hij ruzie en raakte gewond aan zijn hoofd.

Toen de nog onbekende Beatles naar Hamburg vertrokken voor een serie optredens, ontmoette Sutcliffe daar Klaus Voormann. Die stelde hem voor aan zijn vriendin Astrid Kirchherr, met wie Sutcliffe later een relatie zou krijgen. Kirchherr veranderde Sutcliffes kapsel en hij bleek later het eerste Beatles-kapsel te dragen.

Bij terugkeer van de groep naar Liverpool bleef Sutcliffe achter en begon aan een kunststudie in Hamburg. In juli 1961 verliet hij de band definitief. Op 10 april 1962, een dag voordat The Beatles weer naar Hamburg kwamen voor hun derde Duitse tournee, overleed Stuart Sutcliffe aan de gevolgen van een hersenbloeding. Sutcliffes overlijden werd veroorzaakt door een gebarsten aneurysma in de hersenen met een bloeding in de rechter ventrikel. Het idee dat hij betrokken zou zijn geweest bij een vechtpartij, die later tot zijn dood zou hebben geleid, is door meerdere bronnen afgedaan als speculatie.

De beginperiode van The Beatles en vooral de rol van Stuart Sutcliffe (vertolkt door Stephen Dorff) daarin werd in 1994 verfilmd onder de naam Backbeat.