BMW R27

Na de Tweede Wereldoorlog had BMW vanaf 1948 de motorfietsproductie weer opgepakt met 250cc-modellen. Achtereenvolgens verschenen de R 24 (1948), deR 25 (1950), de R 25/2 (1951), de R 25/3 (1953) en de R 26 (1955). In grote lijnen waren het identieke machines. Ze hadden een "vierkante" (boring x slag 68 x 68 mm) langsgeplaatste eencilinder-kopklepmotor. Deze had één nokkenas die viastoterstangen de kopkleppen opende. Ze dreef tevens de oliepomp aan. De gelijkstroomdynamo zat vóór op de krukas. Er was een zwaar vliegwiel gemonteerd, met een kijkgaatje in het carter om de ontsteking af te stellen. De aandrijving verliep via een enkelvoudige droge plaatkoppeling, een voetgeschakelde vierversnellingsbak en uiteraard de cardanas, die van een rubber trillingsdemper was voorzien. Motor en versnellingsbak waren van gegoten aluminium, met gietijzeren cilinders. Achter op de carburarteur zat een nat luchtfilter, dat regelmatig ingeolied moest worden, waarna de olie het stof in de aangezogen lucht vasthield. Aan de voorzijde zat aanvankelijk een telescoopvork en de achtervering bestond uit een eenvoudige plunjervering, volle naaf trommelremmen en was het vermogen gestegen van 12 naar 13 pk. Er waren kogelkoppelingen voor zijspangebruik aangebracht en daarvoor was ook een speciale overbrengingsverhouding in de eindaandrijving leverbaar. De machines waren ook wat luxueuzer geworden. Vlak na de oorlog waren het nog "spaarmodellen" zonder chroom en achtervering. De R 26 die in 1955 verscheen had ten opzichte van zijn voorganger R 25/3 een opnieuw vergrote carburateur (een Bing-carburateur met een doorlaat van 26mm) en een hogerecompressieverhouding gekregen. Dat leverde weer twee extra pk's op. De machine leverde nu 15 pk bij 6.400 tpm en haalde een behoorlijke topsnelheid van 128 km/uur. Bovendien was het een “Vollschwingen BMW” geworden. Dat hield in dat er aan de voorkant een Earles schommelvoorvork was gemonteerd, terwijl de plunjervering aan de achterkant was vervangen door een achtervork. In de loop der tijd werden ook elektrische richtingaanwijzers (de "Koeienogen") en eenduozadel voor de R 26 leverbaar. Toen de R 26 in 1960 werd opgevolgd door de R 27 waren er 30.236 stuks geproduceerd.

Zoals eerder de R 26, maakte ook de R 27 deel uit van een hele serie motorfietsen die BMW vrijwel tegelijk op de markt bracht. Dit waren naast de R 27 de 500cc R 50/2, de R 50 S, de R 60/2 en de R 69 S. De serie kwam in 1960 op de markt en werd pas in 1969 vervangen. Dat gold echter niet voor de R 27: dat was de laatste 250cc BMW en tot het verschijnen van de F 650 Funduro in 1993 ook de laatste eencilinder. De R 27 moest vooral concurreren met de NSU Max enSupermax modellen en was daarom ten opzichte van zijn voorganger weer iets sterker geworden: het vermogen lag nu op 18 pk. De zijspankoppelingen waren verdwenen. Wie een zijspan wilde aankoppelen moest hiervoor een hulpframemonteren. Toch was het hoofdframe nog steeds stevig genoeg om een zijspan te trekken. BMW leverde ook voor de R 27 de speciale overbrengingsverhouding in de eindaandrijving om meer trekkracht te creëren. De motor had zelfs iets grotere koelribben gekregen, omdat bij de voorgaande modellen wel eens koelproblemen optraden bij zijspangebruik. Verder was er niet al te veel veranderd. Omdat de R 27 tot 1966 geproduceerd werd, viel hij ook in het tijdperk van de opkomst van de lichte, snelle en sportieve Japanse motorfietsen. De concurrentie met de 22 pk sterke Honda CB 250 en de 24 pk YamahaYDS-2-tweetaktmotor zou onmogelijk zijn. De BMW was ook veel meer een praktisch ingestelde "commuter bike", terwijl de markt snel verschoof in de richting van de motorfiets als hobbyobject. De NSU's waren al in 1963 verdwenen en de meeste Duitse fabrikanten kozen voor zeer lichte modellen (< 50cc). De keuze van BMW viel juist op de productie van zwaardere motorfietsen. Daarom kreeg de R 27 geen opvolger. Er werden 15.364 stuks geproduceerd, waarvan een deel alsbehördenmaschine werd ingezet bij politie, leger en Rode Kruis. De geplande opvolger R 28, die weer voorzien zou worden van een telescoopvork, kwam nooit in productie.


BMW R 27
Periode1960-1966
Categorietoermotor
Motortypekopklepmotor
Bouwwijzelangsgeplaatste
eencilinder
boring68 mm
slag68 mm
Cilinderinhoud247 cc
Max. Vermogen13 kW/18 pk
Topsnelheid130 km/h
Topsnelheid met zijspan90 km/h
Aandrijvingcardanas
Rijwielgedeeltedubbel wiegframe,
buisframe
Leeg gewicht162 kg
Max. totaalgewicht325 kg
Max. totaalgewicht
met zijspan
480 kg
Tankinhoud15 ltr
VoorgangerR 26
Opvolgergeen