BMW R50 

De R 51/3 had in 1951 de R 51/2 opgevolgd. Nog steeds werd het uit gelaste uit ovale pijp getrokken buisframe met plunjervering, halve naaftrommelremmen en een telescoopvork toegepast. Aan het frame zaten kogelkoppelingen voor zijspan montage en dus was ook weer de specialeoverbrengingsverhouding in de eindaandrijving leverbaar om meer trekkrachtte realiseren bij zijspangebruik. Motor, versnellingsbak en cardanhuis waren van gegoten aluminium. De motor was met twee steekassen in het frame gehangen, de gelijkstroomdynamo zat op de voorzijde van de krukas. Aan de achterkant zat het zware vliegwiel met een kijkgat om de ontsteking af te stellen. Toch waren er flinke vernieuwingen uitgevoerd. De accuontsteking was vervangen door een magneetontsteking met een centrifugaalvervroeging, zodat de lastige handregeling was verdwenen. De twee kettingaangedrevennokkenasen waren weer vervangen door één enkel exemplaar, dat doortandwielen werd aangedreven. De motor was nog steeds "vierkant" (boring xslag 68 x 68mm), waardoor de cilinderinhoud gelijk was gebleven. Ook hetvermogen was met 24 pk gelijk gebleven, waardoor deze BMW nog steeds niet echt kon meekomen met de concurrentie. Betrouwbaarheid en degelijkheid waren nog steeds belangrijker dan topprestaties. De rubberen trillingsdemper in de cardanas kreeg, vanwege de centrifugaalkrachten, een verchroomde ring. In plaats van de stalen halve naaf trommelremmen waren nu volle naaf aluminium exemplaren toegepast, wat de remwerking aanmerkelijk verbeterde. De diameter van de remmen was nog steeds gelijk, maar vóór was een duplexrem gebruikt, terwijl de achterrem een simplexrem was. Tegelijk met de R 51/3 werd een 600cc versie, de R 67/2 op de markt gebracht. De R 51/3 werd in 1955 opgevolgd door de R 50. De 600cc R 68, die in 1952 was verschenen, had pijnlijk duidelijk gemaakt dat de bestaande rijwielgedeelten met plunjervering achter en een telescoopvork vóór grotere vermogens niet aan konden. Daarom zou de volgende serie motorfietsen die in 1955 op de markt kwam, bestaan uit “Vollschwingen” modellen: Vóór een geduwde schommelvoorvork en achter een getrokkenswingarm.
De BMW R 50 werd in 1955 geïntroduceerd als opvolger van de R 51/3. De R 50 maakte deel uit van een hele serie nieuwe modellen: het 250cc toermodel R 26, het 500cc toermodel R 50, het 600cc toermodel R 60 en het 600cc sportmodel R 69. Deze hele serie bestond uit “Vollschwingen BMW’s”, waardoor de rij-eigenschappen aanmerkelijk beter waren dan die van hun voorgangers. De R 50 had zoals gezegd een swingarm achtervering gekregen met twee geheel ingekapselde veer/dempingselementen, waarvan de voorspanning instelbaar was. Het achterframe maakte nog dezelfde “lus” naar beneden die ook de plunjergeveerde modellen hadden, waardoor dit nieuwe systeem op het eerste gezicht niet eens opviel. De Earles schommelvoorvork (met dezelfde veer/demperelementen) was des te opvallender. Schommelvorken waren eigenlijk al uitgestorven, en BMW was één van de eerste merken geweest die telescoopvorken toepasten. Engelse merken waren er bijvoorbeeld later mee gekomen, maar hadden wellicht daardoor meer moderne voorvorken ontwikkeld, zoals de Teledraulic en later de Roadholder fork. In elk geval was de stap die BMW zette een technische verbetering, maar het uiterlijk van de BMW’s ging er nog steeds niet op vooruit. Ook de nog steeds toegepaste zweefzadels droegen bij aan het ouderwetse uiterlijk van de machines. Een Triumph T 110 Tiger uit dezelfde periode was een uitermate sportief ogende motorfiets. De R 50 had nog steeds een gelast buisframe (dubbel wiegframe) met zijspankoppelingen. Er waren volle naaftrommelremmen voor en achter. Motorblok en versnellingsbak waren van gegoten aluminium met gietijzeren cilinders en aluminium cilinderkoppen. De nokkenas lag boven de krukas en werd met tandwielen aangedreven. De stoterstangenlagen in verchroomde buisjes boven de cilinders. Motor en versnellingsbak zaten niet meer met steekassen in het frame, maar waren geschroefd, waarbij alleen de bovenste motorbevestiging van rubber schijven voorzien was. De extra handversnellingspook, die op de versnellingsbak van de voorgaande modellen zat, was bij de komst van deze serie motorfietsen voorgoed verdwenen. Het vermogen was ten opzichte van de R 51/3 slechts licht gestegen, van 24 pk naar 26 pk. De cardanas lag voor het eerst niet meer in de buitenlucht, maar in een cardantunnel waarin een oliebad zat. In de loop der tijd werden ook elektrische richtingaanwijzers (de “Koeienogen”) en een duozadel leverbaar. De BMW R 50 was eentoermotorfiets zonder sportieve tegenhanger. De opvolger van de R 50 was de R 50/2 uit 1960. Hij kreeg wel een sportieve “broer”, de R 50 S.

BMW R 50
Periode1955-1960
Categorietoermotor
Motortypekopklepmotor
Bouwwijzelangsgeplaatste 
tweecilinderboxermotor
boring68 mm
slag68 mm
Cilinderinhoud494 cc
Max. Vermogen19 kW/26 pk
Topsnelheid145 km/h
Aandrijvingcardanas
Rijwielgedeeltedubbel wiegframe, buisframe
Leeg gewichtca. 198 kg
Max. totaalgewicht360 kg
Max. totaalgewicht
met zijspan
600 kg
VoorgangerR 51/3
OpvolgerR 50/2