Willy Jeep 1940

Puur functioneel en toch op een bepaalde manier erg mooi.
De Jeep is het beroemdste en meest herkenbare voertuig van de Tweede Wereldoorlog geworden.
Niettemin bestaat er voor de oorlog bij het Amerikaanse leger al de wens voor een licht, wendbaar en overal inzetbaar verkenningsvoertuig.
In 1940 worden ruim honderd fabrikanten uitgenodigd met voorstellen te komen, maar de overheidseisen zijn zo zwaar dat slechts Willys-Overland en American Bantam overblijven.
De overheid zelf betrekt Ford erbij vanwege de enorme productiecapaciteit die dit merk heeft.
Het langetermijncontract gaat echter naar Willys, omdat hun prototype de beste pk-gewichtsverhouding en een geweldige, letterlijk onverwoestbare motor biedt: de 2,2 liter viercilinder Willys 442 ‘Go Devil’-zijklepper.

Aan het eind van de oorlog zijn er 639.245 jeeps geproduceerd, waarvan circa 361.000 door Willys, de rest bij Ford en Bantam.
De auto’s hadden hun diensten niet alleen bewezen als verkenningswagen, maar onder meer ook als brandweerauto, veldambulance, kabellegger, artillerietrekker en zelfs als locomotief.
Na de oorlog vervolgt de jeep zijn succesverhaal zowel in het leger als in de burgermaatschappij. In Nederland wordt de jeep nog een tijdlang in licentie geproduceerd door NEKAF.

Over de naamgeving van de jeep doen verschillende theorieën de ronde. De meest bekende is dat het een samentrekking is van de letters GP, voor General Purpose (algemene doeleinden).
Sommigen bestrijden deze theorie.
Een andere lezing is dat de auto is vernoemd naar een stripfiguurtje uit de serie ‘Popeye the Sailorman’, genaamd ‘Eugene the Jeep’, die allerlei problemen kon oplossen.