Bij het exterieur moest rekening worden gehouden met de regels van het beschermd dorpsgezicht.
De kleuren mochten worden aangepast om zo het gebouw een vriendelijk uitstraling te geven.
Verder mochten er aan de weerszijden van de toren balkons worden geplaatst.
De vensterbanken van de raamkozijen waren destijds gebouwd op een hoogte van
ruim 2 meter boven de vloer.
(dit om het zicht naar buiten te belemmeren)
Deze hoogte mocht aangepast worden,
ze zijn verlaagd tot 80 centimeters boven de vloer.